Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 3.112 Eigenwoningforfait
1
De voordelen uit eigen woning worden bij een eigenwoningwaarde van
2
De eigenwoningwaarde is de volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor die woning vastgestelde waarde of waarden voor het kalenderjaar. Indien een eigen woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de eigenwoningwaarde gesteld op het gedeelte van de waarde van de onroerende zaak dat kan worden toegekend aan de woning.
3
Met betrekking tot de eigen woning ter zake waarvan het tweede lid geen toepassing kan vinden door het ontbreken van een op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde, is de eigenwoningwaarde de waarde van de woning die wordt bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16 tot en met 18 en 20, tweede lid, van die wet en van het tweede lid, tweede volzin.
4
De voordelen uit een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, tweede en derde lid, worden gesteld op nihil.
5
De voordelen uit een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, zesde lid, worden gesteld op 0,9% van de eigenwoningwaarde, maar ten hoogste 9300.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.